SPELREGELS
Opslag
Je begint steeds rechts met een onderhands opslag waarbij de bal 1 keer botst achter de servicelijn. De bal moet in het servicevak van de tegenstander schuin voor je belanden zonder dat de bal na het botsen aan de overkant het hekwerk raakt. De bal mag wel het glas raken. Ook met een drop opslagen mag. Tegenstanders starten beide achter de servicelijn, je medespeler mag richting het net gaan staan.
Puntentelling:
Gelijk aan die van tennis: 15-30-40-spel. Bij een gelijkstand ‘40-40’ is de set gewonnen wanneer er tweemaal achter elkaar gescoord wordt. Eerst bekomt een ploeg ‘het voordeel’ door eerst te scoren. Daarna kan de ploeg de set winnen door een tweede keer te scoren. Verliezen ze het punt, dan verliezen ze hun voordeel en is het opnieuw ‘40-40’.
Het scoreformat kan verschillen. Men speelt een set tot 6 punten of tot 9 punten met min. 2 punten verschil (bvb. 6-4, of 9-5). Bij 5-5 (als je sets tot 6 speelt of bij 8-8 als je sets tot 9 speelt), speelt men een tie break tot 7 met 2 punten verschil. De ploeg aan de opslag serveert éénmaal van rechts, daarna de tegenstanders van links en daarna van rechts, etc.
Een match win je bij 1 of 2 gewonnen sets. Ook dit is afhankelijk van het scoreformat dat je kiest.
Botsen van de bal: Telkens max. één keer
De tegenstander die de service opvangt, moet de bal eerst éénmaal laten botsen op zijn helft voor men terugslaat. Daarna mag ook rechtstreeks worden teruggeslagen zonder botsen. Wanneer de bal tweemaal botst op jouw speelhelft, verlies je het punt. De bal mag ook niet meer botsen op jouw speelhelft nadat je hebt geslagen.
Mag de bal het hekwerk of glas raken alvorens je de bal terugslaat?
De bal moet altijd eerst botsen vooraleer hij het glas of hekwerk raakt. Je mag de bal ook terugslaan via het achterste raam (vb. de bal botst op de grond, daarna tegen het raam en jij slaat de bal hard richting het achterste raam waardoor de bal naar de overkant vliegt – zeker het oefenen waard!)
Wisselen van kant van de opslag: Er wordt telkens afwisselend rechts en links opgeslagen, telkens beginnend bij rechts.
Wisselen van serveerder: Na het eerste setpunt is iemand anders aan de beurt om te serveren. Zijnde eerst de tegenspeler die rechts staat, daarna je medespeler die links staat, daarna de tegenstander die links staat. Opgelet: telkens als de serveerder wisselt van links naar rechts, wisselt de medespeler ook van rechts naar links.
Wisselen van kant van het net: Na een oneven aantal setpunten (opgeteld) wordt er van kant gewisseld.